Grote Gele Kwikstaart
Herkenning
Mannetjes hebben een gele borst en een helder gele onderzijde. Bij vrouwtjes blijft het geel beperkt tot de onderzijde. Daarnaast hebben mannetjes in de broedtijd een zwarte kin en keel, die bij vrouwtjes lichter is. In alle kleden zijn de vleugels zwart, de mantel grijs en de stuit groengeel. Witte oog- en mondstreep vallen nog op. Juveniel ziet eruit als adult in winterkleed, maar heeft een bruine zweem op de borst. In vlucht brede witte vleugelstrepen te zien. Heeft verhoudingsgewijs een lange dunne staart. Wipt constant met staart en achterlichaam. Bruinroze poten in tegenstelling tot andere gele kwikstaarten. Diepe golvende vlucht.
Leefgebied
De grote gele kwikstaart broedt en foerageert vrijwel uitsluitend aan de oevers van beken en rivieren, liefst met loofbos of loofbomen omzoomd. Bij voorkeur zijn die beken en rivieren snelstromend, maar hij broedt ook aan zwak of zelfs nauwelijks stromend water, zoals in Nederland. Het broeden in bebouwd gebied, en met name in dorpen waar een beek doorheen loopt, komt in de bolwerken (Twente, Achterhoek, Limburg) van de grote gele kwikstaart regelmatig voor. In de laatste decennia zijn grote gele kwikstaarten ook in steden buiten het reguliere broedgebied vastgesteld, zoals in Groningen en Breda. Een westelijke buitenpost is Utrecht, waar de grote gele kwikstaart langs de singels in het centrum van de stad heeft gebroed.
Voedsel
Allerlei kleine ongewervelde dieren die in of bij het water leven; vooral insecten, maar ook spinnen, vlokreeftjes en kleine slakjes. Als insecten worden met name vliegen, muggen, kokerjuffers, haften, steenvliegen en kevers in het voedsel aangetroffen.
Bron: www.vogelbescherming.nl
Maak jouw eigen website met JouwWeb