Grauwe Vliegenvanger
Herkenning
Valt voornamelijk op door zijn gedrag: stilzitten vanaf een uitkijkpost (tak, paaltje of prikkeldraad) en vanaf daar vliegende insecten vangend. Bovendelen dofgrijs gekleurd, de onderdelen vuilwit. Ongestreept met uitzondering van donkere streping op het voorhoofd, keelzijden en de borst. Vrij langgerekt door lange vleugels en lange staart. Geen verschil tussen mannetje en vrouwtje.
Leefgebied
Open loofbossen en gemengde bossen, bosranden met struwelen, parkachtige gebieden en lommerrijke dorpen en boerenerven zijn een prima leefgebied voor grauwe vliegenvangers. Er moet veel ruimte zijn in de kroonlaag om te kunnen foerageren.
Voedsel
Met name vliegende insecten (vliegen, bijen, wespen, vlinders, kleinere libellen, juffers), maar ook kevers, spinnen en dergelijke; in najaar ook wel bessen. Vangt vliegende insecten op zeer karakteristieke wijze door vanaf een uitkijkpost naar een prooi te vliegen en hierna weer terug te vliegen naar de uitkijkpost.
Bron: www.vogelbescherming.nl
Maak jouw eigen website met JouwWeb