Sijs
Herkenning
De sijs is een contrastrijke vinkensoort. Mannetje sijs is opvallend geelgroen gekleurd met zwarte kruin, kin en vleugelstrepen. Het vrouwtje is meer grijsgroen en gestreept. Vleugels van beide zijn zwart met contrasterende gele vleugelstreep. Het korte, gevorkte staartje heeft ook gele staartzijden. Groepen foeragerende sijzen kunnen variëren van enkele vogels tot een paar honderd en zijn vaak luidruchtig. De sijs heeft een korte golvende vlucht. Een groepje sijzen maakt een warrelende indruk.
Leefgebied
Sijzen nestelen in naaldbos, vooral sparren (maar menging met lariks en dennen kan belangrijk zijn vanwege spreiding in voedselaanbod) en soms in berken. Ze nestelen ook in tuinen, parken en op landgoederen, bijvoorbeeld in coniferen. Je ziet geen sijzen in grote open landschappen. Foerageert vaak in groepen in boomtoppen van bijvoorbeeld zwarte elzen, berken, wilgen en naaldbomen en hangt dan acrobatisch aan dunne twijgjes.
Voedsel
De spitse kegelvormige snavel van de sijs is bij uitstek geschikt om zaden uit sparappels, elzenproppen en berkenkatjes te peuteren. In polders doen sijzen zich vaak tegoed aan elzenzaad waarbij ze aan de 'proppen' hangen. Later in de winter zitten sijzen ook wel op de grond waar ze het verwaaide elzenzaad oppikken. Om in het bos sijzen te zien, kun je het beste larikspercelen opzoeken; daar stropen ze vaak met kepen, kruisbekken en mezen de kegeltjes af, op zoek naar zaad.
Bron: www.vogelbescherming.nl
Maak jouw eigen website met JouwWeb